Irina van der Sluijs

Vaslav

Ik zou alleen kunnen geloven in een god die danst’, Friedrich Nietzsche (in ‘Vaslav’ (2010), Japin).

Vriendin E. raadde mij aan om ‘Vaslav’ van Arthur Japin te lezen, ‘als je zo van dans houdt’. Ik was niet meteen overtuigd, - hoe kun je dans in woorden vatten? Toch pakte ik bij mijn eerstvolgende bezoek aan de boekwinkel het boek met de liggende danser op de voorkant mee.

Vanaf de eerste bladzijden trok Peter, Vaslav’s bediende, mij het verhaal in. Gedurende de hele roman blijft dat een aantrekkelijke manier om een kijkje in de ziel van Vaslav te krijgen – vanuit het perspectief van mensen in zijn directe omgeving.

Japin schrijft op een theatrale wijze die mij verrast, boeit en betovert. Naast de prachtige sfeerschets over de danswereld in het begin van de vorige eeuw raakt Japin met zijn woorden de kern van deze kunstvorm. En dat is knap omdat je dans eigenlijk moet ruiken, zien, horen en voelen.

Wat ik herken in deze passages is het gevoel dat dans altijd in mij oproept, een gevoel van hoop. De essentie van dans is beweging en beweging staat voor vooruitgang, geen stilstand. Daarbovenop is er het goddelijke van de dans waar Nietzsche naar verwijst.

De mooiste zin uit het boek komt in de buurt bij een beschrijving van het goddelijke. Deze beschrijft een dansende Vaslav die geen danser meer is, maar een vehikel van de ziel die zich wil losbreken. Dans verbindt het aardse en het goddelijke. Het lichaam is slechts een doorgeefluik, een begrenzing van polariteiten waartussen het gebeurt.

Het verhaal van Vaslav is niet louter succesrijk. Hij stopt abrupt met zijn danscarrière en besluit niet of nauwelijks meer te praten. Hij wordt voor gek versleten, maar zijn veerkracht blijft buitengewoon en niet onopgemerkt. Met zijn dochters communiceert hij zelfs beter dan ooit.

Ook voor wie geen dansgek is, is dit boek een aanrader. Het spat van de levenskunst; op vele plekken heb ik zinnen onderstreept die ik op momenten van angst weer tot me wil nemen. Als een heerlijke herinnering aan de scheppingskracht van de mens.